Liefdesbrief aan Rotterdam

Terwijl ik dit typ, zit ik met een soort liefdesverdrietgevoel achter mijn beeldscherm. Al twee dagen sleep ik mezelf door mijn werkdagen heen en wil ik eigenlijk maar één ding; terug naar afgelopen zondag. Terug naar dat moment dat ik de Coolsingel op liep richting de finish. Honderden mensen links en rechts. Maar ook al die geweldige supporters aan de zijlijn op die 10 kilometer voor dat moment. Al die leuke hardlopers om mij heen. Zucht.

Zaterdagochtend 10.30 uur vertrek ik met bootcampmatties Peter en Marja vanuit Assen in een rechtstreekse trein naar Rotterdam. Peter gaat de hele marathon lopen en is behoorlijk zenuwachtig, omdat hij kort geleden zijn enkel heeft verzwikt en dit zijn eerste marathon wordt.

Gearriveerd!

Bij aankomst zien we direct dat Rotterdam al helemaal in de stemming is. We besluiten om eerst richting de expo te lopen om ons startnummer op te halen.
De expo ziet er leuk uit, we zien een aantal stands waar we wel graag willen gaan kijken, maar we gaan eerst even wat eten.
Daarna bezoeken we de expo en gaan de stad even verkennen, zodat we de volgende ochtend weten waar we de kleedruimtes en de start kunnen vinden. Onderweg hangen we een beetje de toerist uit als we de kubuswoningen en de markthal bewonderen.

Aan het eind van de middag nemen we afscheid van elkaar en reis ik af naar mijn hotel in Barendrecht.
Omdat ik berichten hoor over mogelijke problemen met het OV, vraag ik de receptioniste of ze een taxi voor me wil bellen voor de volgende ochtend om 8.00 uur naar station Lombardijen.
Ik slaap best goed, maar ik word wakker om 5.00 uur en meteen schiet de marathon in mijn hoofd, waardoor ik niet meer kan slapen.

Een vriend van me, die marathons liep, adviseerde mij altijd om bruine boterhammen met jam te eten, dus dat doe ik nu ook braaf, hoewel ik dat helemaal niet zo lekker vind.

Mijn taxi is er niet om 8.00 uur en als de receptioniste voor me belt om te vragen waar ie blijft, blijkt ie helemaal niet te komen ‘omdat er niemand in de buurt rijdt’. De receptioniste is net zo verontwaardigd als ik, maarja, daar koop ik verder niets voor op dat moment. Ik weet dat er nog een bus vertrekt in de buurt, dus ik besluit om te vertrekken richting bushalte.
Gelukkig rijdt de betreffende bus nog gewoon en dus stap ik op Lombardijen in een sprinter richting Centraal.
Het is druk! Kont aan kont staan we in de trein, allemaal hardlopers, iedereen is in een topstemming. Er worden over en weer grapjes gemaakt en gekletst. Ik praat wat met een vrouw die haar eerste marathon gaat lopen en best zenuwachtig is. In het midden van het treinstel staat een oud vrouwtje die tegen ons allemaal praat. “Ik ben nu al hartstikke trots op jullie hoor!” zegt ze met een Rotterdams accent tegen ons allemaal. Iedereen lacht.

De trein stopt en er stappen wat hardlopers uit, waaronder ik. Al snel kom ik erachter dat ik wat te vroeg ben uitgestapt, vlakbij de start, maar ik moet nog naar de omkleedtenten om mijn tas achter te laten. En dat is nog best een stukje lopen.
Om 9.30 uur heb ik mijn tas afgegeven en voel dat ik eigenlijk nog moet plassen, maar bij de dixies staat een rij van 20 meter.
Omdat mijn startvak vertrekt om 10.10 uur, besluit ik het risico niet te nemen en wandel toch maar vast richting de start, in de hoop dat ik daar nog een dixie tegen kom.

Bij het startvak aangekomen zie ik geen dixies. Ik baal, maar dat gevoel ebt ook meteen weer weg, want het feestje is begonnen!
Als we helemaal naar voren zijn gelopen, vlak voordat we mogen starten, zie ik ineens twee dixies aan de zijkant. Toch durf ik het niet aan, het is nog een paar minuten voordat we mogen lopen.

Dan klinkt het startschot en mogen we!
Het is druk en ik besluit om helemaal aan de rechterkant te blijven lopen. Dat blijkt een goede keuze, want ik heb daar wat meer ruimte en het lukt daar aardig om m’n eigen tempo aan te houden.
Vanwege de temperatuur heb ik besloten om niet te letten op mijn snelheid, het uitlopen is het belangrijkste doel.
Het beginstuk is qua warmte nog best wel te doen omdat we dan veel in de schaduw lopen, maar als we in de buurt van de Kralingse Plas komen verandert dat. Tussen de bomen blijft de warmte goed hangen en zijn er veel stukken waar we vol in de zon lopen. Toch loop ik gelukkig nog steeds lekker. Ik ben wel heel blij dat ik mijn eigen water heb meegenomen, dit helpt wel om af en toe een slok te kunnen nemen. Ook heb ik gelukkig mijn oortjes in met muziek, want het grootste deel rondom de plas is er geen muziek langs de kant.

Even voorbij het 5 kilometerpunt krijgen we water en dat is lekker koel! Veel lekkerder dan mijn inmiddels lauw geworden voorraadje. Bij 6 kilometer zie ik ineens twee dixies langs de kant staan. Ik twijfel, maar besluit toch te gaan plassen. Blij dat ik die beslissing heb genomen, want dat was een opluchting en loopt een stuk lekkerder!
Als ik daarna weer verder loop, merk ik op een gegeven moment dat ik veel te hoog zit in mijn hartslag, rond de 190. Ik probeer het te laten zakken door steeds stukjes te gaan dribbelen, maar het helpt niet.
Ik sukkel een beetje zo door tot 8 kilometer, daar kom ik de man met de hamer tegen.
Ik wilde eigenlijk echt niet gaan wandelen, maar besluit dat toch wel te gaan doen, als ik mijn hartslag niet omlaag krijg dan gaat het niet goed met deze temperatuur.
Ik wandel een aardig lang stuk, pas bij 8,5 km besluit ik weer te gaan lopen. Mijn hartslag is dan rond 170, ook nog hoog, maar ik vind dat acceptabel. Ondertussen is er weer veel publiek aan de zijkanten en dat geeft energie! Lekkere muziek, leuke borden met teksten of mensen die roepen “Zet ‘m op Marlous!”

Voordat ik het weet, loop ik op Blaak en realiseer ik me dat ik straks alleen nog het laatste stukje Coolsingel in het verschiet heb.
Als ik de Coolsingel op loop, voelt het als een koninklijk onthaal. Grote vlaggen aan de zijkant, de finish in de verte, muziek en links en rechts honderden mensen.
Ik wil eigenlijk het laatste stukje sprinten, maar mijn benen willen niet meer. Ik herinner me weer dat Marja me de dag ervoor liet zien waar de camera’s hangen bij de finish en lach breeduit de finish over. Ik ben er! Maar meteen vind ik het ook een soort van jammer dat ik er ben.

Na ontvangst van mijn medaille en water bel ik met Marja. Zij staat ergens op Blaak, en vertelt me dat het met Peter goed gaat ondanks zijn enkel, hij loopt mooi op schema.
Ik ben nog best wel in een feeststemming en wil eigenlijk wel richting Blaak gaan lopen, maar ik merk dat ik het erg koud begin te krijgen, vermoeide benen, honger en ik moet weer plassen.
Ik besluit om dan toch de andere kant op te gaan om mijn tas op te halen en op de trein te stappen.
Wat een weekend, ik heb zo intens genoten! Tot volgend jaar, Rotterdam!

5 gedachten over “Liefdesbrief aan Rotterdam”

  1. Wat een geweldig herkenbaar verhaal. Ik stond net voor de dixies in de rij. Toch jammer dag we mekaar niet gezien hebben. Ikzelf heb 2 dagen in een roes hiervan gelopen het was zo gaaf!. En nj nog steeds kijk ik beelden , filmpjes enz terug om dat gevoel vast te houden..!

    Like

  2. Leuk geschreven! Enneh… ik stond bij de kubuswoningen om je aan te moedigen, maar toen jij (ongeveer) langs zou lopen, liepen er een paar Kenianen in beeld 😉 (de eerste lopers van de hele marathon) waardoor ik geen goed zicht meer had op de 10 km lopers. Maar ik heb je wel de hele tijd gevolgd via de livestream-gps. Erg leuk om je dan de hele run te kunnen volgen.

    Like

  3. Prachtig stukje beleving van je Marlous! Erg grappig om te lezen dat eeuwige geplas van vrouwen op onmogelijke momenten…😂 😂.
    Vet stoer dat je de 10k hebt gelopen, respect hoor. Ik ben nu ook aan ’t trainen voor de 10, dus de volgende inschrijving voor een evenement wordt denk ik dan ook deze afstand. Maar…..moet dan nog wel flink aan de bak.
    Jij gefeliciteerd met je prestatie, echt top!

    Ps. Leuke blog, keep on writing!

    Like

Plaats een reactie